075 230 00 52 | KLANTENSERVICE
0item(s)

U heeft geen producten in uw winkelwagen.

Van hoog naar laag sorteren

Artikelen 21 tot 30 van 369 in totaal

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5

Een kwart van alle Europeanen ervaart een zekere mate van stress. Kortstondige stress is niet erg, het is zelfs goed voor ons lichaam. Dan hebben we het bijvoorbeeld over de stress die we ervaren wanneer er gevaar dreigt. Deze vorm van stress houdt ons scherp en zorgt ervoor dat we bijvoorbeeld op tijd kunnen wegvluchten uit een gevaarlijke situatie of ons kunnen verweren tegen de vijand. Normaal gesproken bevindt iemand zich slechts voor korte tijd in een situatie van acute stress en daarna normaliseert ons lichaam zich weer. Is er echter sprake van langdurige stress, dan vormt dat juist een bedreiging voor je gezondheid.

Merk je dat de mensen om je heen je irriteren in gewone alledaagse dingen...? Heb je met enige regelmaat moeite om 's avonds in slaap te komen...? Hebt je er moeite mee om controle te houden over de belangrijke zaken in het leven...? Vind je het lastig om keuzes te maken...? Ben je af en toe misselijk, zonder dat daar een concrete aanleiding voor is...? Verlies je regelmatig je interesse voor wat er zoal speelt in de wereld om je heen...? Ben je regelmatig je eetlust kwijt...? Ben je snel afgeleid van het werk waarmee je bezig bent...? Al deze zaken kunnen symptomen zijn va van werkstress. Indien je op enkele van de bovenstaande vragen 'ja' hebt geantwoord, doe je er verstandig aan om een kritisch te kijken naar het leven dat je nu leidt. Praat er eens over met je omgeving of met je huisarts. Voorkomen is, zeker bij dit soort zaken, beter dan genezen. Als je niet tijdig zelf op de rem trapt, kan het herstelproces vele maanden in beslag nemen. Je zult je in dat geval lange tijd niet opperbest voelen en dat is eigenlijk nog heel voorzichtig uitgedrukt, want stress kan zelfs levensbedreigend zijn. Het werkt namelijk een groot aantal aandoeningen in de hand, doordat je weerstand vermindert, je bloeddruk stijgt, enzovoort. Hart- en vaatziekten worden in veel gevallen veroorzaakt of verergerd door stress...!

Als je een rijbewijs hebt, dan heb je geleerd om te schakelen op het moment dat de toerenteller in het rood komt. Door een andere versnelling te kiezen, breng je de meter weer op het juiste niveau. Eigenlijk is dat met je lichaam ook zo. Stress wordt veelal veroorzaakt doordat je te veel hooi op je vork neemt. Je raakt het overzicht kwijt, ziet te veel op je af komen en ziet het uiteindelijk allemaal niet meer zitten. Soms is stress voor een belangrijk deel te wijten aan overschatting van je eigen kunnen, maar ook door externe factoren kun je stress ervaren. Een relatiebreuk, een ontslag of het plotselinge verlies van een dierbare kan voor stress zorgen. Niemand kent je lichaam beter dan jij zelf, dus je bent zelf degene die alle signalen het beste kan opvangen. Het is alleen de kunst om dat op de juiste manier te doen, om in te zien dat het de verkeerde kant op gaat en vooral om dat te accepteren, in plaats van het te ontkennen. Veel mensen zeggen tegen zichzelf dat ze niet moeten zeuren en dat het allemaal wel mee zal vallen. Juist daarin schuilt de grootste valkuil, want zo ga je maar verder en verder, tot je helemaal uitgeput raakt en het niet meer eenvoudig is geworden om nog naar die andere versnelling te schakelen. Op het internet zijn diverse zelftests beschikbaar om vast te stellen of je lijdt aan stress. Nog beter is een gesprek met een huisarts of psycholoog.

30 aug. 2016 23:02:01 door Raimond Bos Psyche en brein,

Lees je regelmatig een goed boek...? Dat doe je goed, want daarmee verleng je mogelijk je leven met een paar jaren. Onderzoek heeft uitgewezen dat boekenlezers gemiddeld twee jaar langer leven dan mensen die hun vrije tijd niet met boeken, maar voor de televisie doorbrengen. Er zijn zelfs meerdere studies naar verricht en de uitkomsten daarvan wijzen in dezelfde richting. Ook is bewezen dat het lezen van een boek bepaalde effecten heeft op je hersenen, die dagen erna nog waarneembaar zijn.

Voor de een is lezen een straf, de ander verslindt meerdere boeken per maand. De laatstgenoemde groep blijkt gemiddeld langer te leven. Nu is natuurlijk de vraag of dit komt omdat ze veel lezen, of juist omgekeerd, dat mensen die lang leven toevallig meer lezen. In elk geval was al eens aangetoond dat lezen onze hersenen actief houdt, met name op oudere leeftijd zou lezen daarom aanbeveling verdienen. Voorwaarde is overigens wel dat er tenminste drie en een half uur per week wordt gelezen. Ook dat is wetenschappelijk onderbouwd. Bij een grootschalig onderzoek werden de deelnemers in drie groepen ingedeeld, op basis van hun leesgewoonten. Mensen die nooit een boek lazen, mensen die tot hooguit 3,5 uur in de week met de neus in de boeken zaken en mensen die meer dan die hoeveelheid tijd aan boeken spendeerden. De mensen uit deze laatste groep bleken 23 procent minder kans te hebben op overlijden in de eerstvolgende twaalf jaar, vergeleken met de mensen die nooit lazen. Bij de middelste groep was het effect met 17 procent weliswaar aanzienlijk, maar toch minder sterk.

In weer een andere studie is gekeken naar de effecten van lezen op het menselijk brein. Als voorbeeld werd het boek 'Pompeii' van auteur Robert Harris gekozen. Dit beroemde boek vertelt over een man die zijn geliefde uit Pompeii wil redden voordat de vulkaan uitbarst. Niemand in Pompeii is zich bewust van het dreigende onheil en de tijd begint steeds meer te dringen. Het boek grijpt de lezer aan en sleurt hem in gedachten mee naar de plaats van handeling. Alle deelnemers aan het onderzoek ondergingen eerst vijf dagen lang dagelijks een hersenscan zonder dat er gelezen werd. Vervolgens kregen ze negen dagen lang dagelijks dertig bladzijden uit het boek Pompeii te lezen. De pagina's moesten in de avond gelezen worden, de volgende ochtend volgde dan weer een hersenscan terwijl ze verder niets deden. Voorafgaand aan die hersenscan moesten de deelnemers is door middel van een aantal vragen bewijzen dat ze de bladzijden echt gelezen hadden. Aansluitend op de periode van negen dagen lezen volgden nog vijf dagen rust, ook toen werd telkens een hersenscan gemaakt.

Uit het onderzoek kwam naar voeren dat de hersenscans van de dagen vóór en de dagen tijdens het lezen onderling behoorlijke verschillen vertoonden. Het deel van de hersenen waarin we taal verwerken, bleek verhoogd actief te zijn. Blijkbaar blijven onze hersenen dus in een bepaalde staat van activiteit hangen, ook wanneer we gestopt zijn met lezen. Dit effect wordt wel schaduwactiviteit genoemd en helpt ons als het ware om snel weer in de handeling (het lezen, in dit geval) terug te kunnen vallen. Maar dat was niet het enige. Ook hebben de onderzoekers vast kunnen stellen dat het denken aan een bepaalde handeling, waarover we lezen, de neuronen geactiveerd worden die gekoppeld zijn aan de daadwerkelijke actie. Lezen we bijvoorbeeld over iemand die aan het rennen is, dan gaan onze hersenen zich als het ware echt voorbereiden op rennen. Jezelf verplaatsen in de hoofdpersoon van een goed boek is dus een functie van ons brein die te meten is en die bovendien enige tijd (zelfs enkele dagen) blijft hangen.

29 aug. 2016 20:59:14 door Raimond Bos Psyche en brein,

Van oudsher was de man de kostwinner in het gezin. Vader ging 's morgens vroeg de deur uit, terwijl moeder zich bekommerde om de kinderen. Aan het eind van de middag of het begin van de avond, zo tegen etenstijd, kwam vader weer thuis en werd er gezamenlijk gegeten. Althans, in veel gevallen ging het zo. Tegenwoordig is het heel vanzelfsprekend dat zowel de man als de vrouw een baan hebben. Soms in deeltijd, soms een volledige werkweek. De vader is meestal niet meer de enige kostwinner in het gezin en dat legt een minder grote druk op hem.

We hebben er misschien nooit zo bij stilgestaan, maar het is best een grote verantwoordelijkheid om in je eentje te moeten zorgen voor het inkomen van het hele gezin. Dat kan zelfs leiden tot psychische problemen, zodra niet alles op de werkvloer van een leien dakje gaat. Het bijzondere is echter dat mannen zich vaak minder gelukkig voelen in de situatie waarin ze het gezinsinkomen moeten verdienen, terwijl vrouwen die kostwinner van het gezin zijn zich daardoor juist gelukkiger voelen. Hoe kan dat verschil worden verklaard...? Wetenschappers van de universiteit in de Amerikaanse staat Connecticut hebben zich over deze vraag gebogen. Ze deden onderzoek naar de relatie tussen het hebben van een baan met financiële verantwoordelijkheid voor het gezin en de psychische gesteldheid. Bij dit onderzoek, dat werd uitgevoerd tussen 2007 en 2011, waren 9.000 mensen betrokken. Daaruit bleek al snel dat mannen, die er helemaal alleen voor staan bij het zorgen voor inkomen, lager scoren op het gebied van psychisch welzijn, maar ook op het lichamelijk vlak. Ten opzichte van mannen die niet of in beperkte mate verantwoordelijk zijn voor het gezinsinkomen ligt het percentage voor psychisch welzijn 5 procent hoger, terwijl ze op het gebied van lichamelijke klachten 3,5 procent beter scoren.

Aangenomen wordt dat mannen hun plicht om voor het gezin te zorgen zo serieus nemen, dat ze ook blijven doorploeteren wanneer het allemaal flink tegen zit. Ze ervaren die verplichting als een druk, maar gaan wel door, in het belang van het hele gezin. Dat kan leiden tot een burn-out of daaraan gerelateerde klachten, waardoor de gezondheid in het algemeen achteruit gaat. Maar daarmee is nog niet verklaard waarom vrouwen hier niet of nauwelijks mee te maken krijgen. Wanneer een vrouw de enige kostwinner in het gezin is, lijkt ze haar taken lachend te volbrengen, geniet ze ervan en voelt ze zich gelukkig. Ook hier hebben de wetenschappers een mogelijke reden voor gevonden. Die is nauw verbonden met de traditionele situatie waarin de vrouw niet werkte en de man wel. Van die oorspronkelijke situatie bezien, hoeft de vrouw dus niet te werken, het is geen noodzaak maar een kans. Daarom zou je kunnen stellen dat de maatschappij in feite ook een succesvolle carrière niet van de vrouw verwacht of vereist. Anno 2016 zijn de kaarten weliswaar anders geschud en is het verwachtingspatroon ook veranderd, maar van oudsher kun je stellen dat voor vrouwen geldt dat het succes voelt als een beloning, terwijl het voor de mannen meer vanzelfsprekend is.

Als beide partners een evenredig deel bijdragen aan het totale gezinsinkomen, ontstaat de meest gezonde situatie. Zowel de man als de vrouw ervaart dan niet een te grote druk, waardoor het risico op overbelasting door psychische problemen snel afneemt. Een groot nadeel van een situatie waarin beide ouders werken, is vaak wel dat de kinderen niet de aandacht krijgen die ze van hun ouders nodig hebben. Daarom is het verstandig om allebei in deeltijd te gaan werken, zodat altijd een van de beide ouders thuis is om voor het kind te zorgen. Tegenwoordig zijn er uitstekende voorzieningen op het gebied van buitenschoolse opvang, maar elk kind moet voldoende uren met zijn eigen ouders kunnen doorbrengen om een goede band met ze te krijgen. Bovendien is het voor de opvoeding van het kind essentieel dat je als ouders zelf de regie in handen houdt. Opvangen is immers iets heel anders als opvoeden. Door kritisch naar het uitgavenpatroon te kijken en de juiste keuzes te maken, kun je als ouders uiteindelijk de juiste balans vinden tussen het zorgen voor voldoende inkomen en het ouderschap. Het spreekt voor zich dat het voor het kind ook van belang is dat de beide ouders psychisch en lichamelijk gezond zijn.

28 aug. 2016 20:58:14 door Raimond Bos Arbeid en werk,

Sinds de komst van het internet is pornografie voor iedereen massaal beschikbaar. Miljoenen filmpjes waarin expliciet seksuele handelingen worden verricht, zijn gratis via allerlei websites te bekijken. Wat een verschil met vroeger, toen er in de regel betaald moest worden om dergelijke beelden te zien, die bovendien niet zo massaal beschikbaar waren als nu. Het heimelijk onder het bed bewaren van een tijdschrift met pikante foto's en het verstoppen van een videoband met prikkelende beelden is voorbij. Wat we er echter voor teruggekregen hebben is een veel groter probleem. Mannen kampen steeds vaker met erectieproblemen door een overdaad aan porno.

Het was de Britse seksuologe Angela Gregory opgevallen dat er de laatste jaren steeds meer jonge mannen in haar praktijk kwamen om hun erectieproblemen met haar te bespreken. De mannen werden veelal doorverwezen door de huisarts, nadat die eerst andere lichamelijke aandoeningen als veroorzaker van de klachten had uitgesloten. Dit gegeven zette de therapeute aan het denken. Hoe zou het toch komen dat erectieproblemen, aanvankelijk een klacht waar vooral oudere mannen mee kampten, nu al op veel jongere leeftijd een rol spelen...? Ze vond het antwoord in de enorme hoeveelheid pornografisch materiaal die tegenwoordig beschikbaar is en in het feit dat mannen die pornografische beelden op grote schaal bekijken terwijl ze masturberen. Er kan daardoor gemakkelijk een seksverslaving ontstaan, die zijn effect heeft op de algehele gezondheid van de man. Het erectieprobleem, dat ze vervolgens ervaren wanneer ze zelf seks willen hebben, kan hiervan een direct gevolg zijn. Hoe vaak kijk je naar porno...? Hoe vaak masturbeer je en hoeveel tijd ben je daarmee bezig...? Dit zijn tegenwoordig de standaard vragen die Angela Gregory als eerste aan haar cliënten stelt. In veel gevallen zijn de antwoorden eensluidend. De mannen die erectieproblemen ervaren, hebben die vaak te danken aan hun masturbeersessies. Tot nu toe werd algemeen aangenomen dat masturberen niet slecht is, het zou zelfs een positief effect op de gezondheid hebben. Op zich is dat ook wel zo, maar zoals bij alles geldt hier dat overdaad schaadt.

Niet alleen erectieproblemen, maar ook depressies, slaapproblemen en andere lichamelijke ongemakken kunnen hun oorzaak vinden bij een overmatige consumptie van pornografie. De vraag is natuurlijk wat precies wordt bedoeld met overmatige consumptie. Wanneer kijk je te veel naar porno...? Als je dit meerdere malen per week doet en er sprake is van langdurig masturberen, dan begeef je je in de gevarenzone. De stof dopamine speelt bij dit alles een belangrijke rol. Dit is een prikkelende neurotransmitter die geproduceerd wordt in de hersenen. Dopamine heeft een functie in het belonen van je gedrag. Het wordt door de hersenen afgegeven wanneer je dingen doet die beloond moeten worden, zoals sporten, eten, seks hebben of verliefd zijn. Wanneer mannen voortdurend aan het masturberen zijn, raakt de voorraad dopamine snel uitgeput. Bovendien worden de dopaminereceptoren daardoor ongevoelig, met als gevolg dat een erectie geen vanzelfsprekendheid meer is. Wil je dit vervolgens oplossen door het innemen van een erectiepil, dan zal dat weinig effect hebben. Immers, het probleem zit niet in de bloedtoevoer naar de penis, maar in het proces dat zich voltrekt in de hersenen. Mannen die zichzelf in dit beeld herkennen, zouden er verstandig aan doen om enige tijd geen porno meer te consumeren en het masturberen te beperken tot hooguit eens in de week. Het zal wellicht even duren voordat de zaak zich geheel hersteld heeft, maar de kans is groot dat ze door deze eenvoudige maatregel een veel beter seksleven kunnen ontwikkelen. Twijfel je, bespreek de situatie dan met je huisarts.

27 aug. 2016 20:56:53 door Raimond Bos Seksualiteit en relatie,

Roken...? Dat lossen we samen wel op...! Zo luidde jaren geleden de slogan met betrekking tot het roken in het openbaar. Het was een poging van de overheid om rokers zich bewust te maken van het feit dat niet-rokers vaak overlast van ze ondervinden. Het is een gevoelig onderwerp gebleken, want niet zelden laait de discussie hoog op. Onder het motto 'Een tevreden roker is geen onruststoker' verdedigt de roker zijn geliefde sigaret en stelt hij zich regelmatig onbegrijpend op tegenover de klagers. Het is de wereld op zijn kop. Toch is er een trend waarneembaar, het roken in aanwezigheid van anderen zijn we in de afgelopen jaren steeds minder acceptabel gaan vinden.

Sinds roken op de werkplek niet meer is toegestaan, zie je overal groepjes rokers samenscholen bij deuren van bedrijfspanden. Niet een straat verderop of op zijn minst tien meter uit de buurt van de deur, maar meestal direct voor de ingang van het pand staan ze te genieten van hun verslaving. Dat er ook niet-rokers moeten passeren, die liever niet de schadelijke rook inademen, wordt vaak over het hoofd gezien. Een roker is zo vertrouwd geraakt met de rook van sigaretten dat hij de kwalijke effecten ervan meestal niet of nauwelijks onder ogen ziet. Voor iemand die niet rookt, is het juist een gruwel om zich door die walm heen te moeten worstelen. Hetzelfde geldt voor roken op de fiets. Een roker denkt ongestoord zijn gang te kunnen gaan, maar vergeet daarbij dat de mensen die achter hem fietsen dan wel door zijn rook moeten rijden. Ook in trappenhuizen en andere gemeenschappelijke ruimtes wordt door rokers onvoldoende rekening gehouden met de niet-rokende medemens. Zeg je er iets van, dan kun je een grote mond verwachten. Het lijkt wel of enig inlevingsvermogen in de situatie van de ander een roker soms vreemd is. Zou dit een effect van de verslaving zijn...?

Hoe dan ook, er gloort licht aan de horizon voor alle mensen die niet roken. Het roken in het openbaar is namelijk steeds minder acceptabel geworden. Zelfs in de privésfeer is roken meer en meer taboe, met name wanneer er kinderen in huis zijn. Opvallend is bovendien dat onder jongeren de acceptatie van roken sneller daalt dan in de hogere leeftijdsklassen. Dit zou erop kunnen duiden dan we sneller dan verwacht een generatie kunnen verwelkomen die roken ronduit onacceptabel vindt. Er is onderzoek verricht door wetenschappers van de universiteit van Maastricht. Gedurende een periode van tien jaar werden totaal 180.000 Nederlanders bevraagd over hun gevoelens met betrekking tot roken. Gebleken is dat meer mensen een afkeer hebben gekregen van roken op plekken waar andere mensen zijn. Zo wordt het bijvoorbeeld als ongewenst beschouwd wanneer iemand een sigaret zou opsteken op school of in het openbaar vervoer. Het is overigens verboden om op deze plaatsen te roken. Op een terras mag over het algemeen wel worden gerookt, maar ook daarvan lijkt de acceptatie inmiddels licht te zijn gedaald.

In gezinnen met jonge kinderen is roken veelal taboe. Was er tien jaar geleden sprake van een rookverbod bij 62 procent van dergelijke huishoudens, tien jaar later was dat percentage gestegen tot 77 procent. Ook de rokers zelf lijken ervan doordrongen te raken dat het niet verstandig is om hun huisgenoten met hun ongezonde verslaving te confronteren. Onder rokers is namelijk het rookverbod binnenshuis van kracht bij pakweg 55 procent van de huishoudens, terwijl dat tien jaar eerder nog maar bij 43 procent van de ondervraagden het geval was. Met iemand meerijden in de auto...? Als de bestuurder zelf niet rookt, steek je als passagier niet zomaar een sigaret op, zo luidt de mening van de meerderheid. Uit al deze gegevens blijkt dat de acceptatie van roken steeds verder afneemt. Of dit te danken is aan de intensieve campagnes die worden gevoerd om het roken te ontmoedigen, of aan het feit dat mensen steeds gezonder gaan leven, valt moeilijk te zeggen. De mening over roken op straat, dus niet op een specifieke plek maar gewoon ergens in de buitenlucht, is nauwelijks veranderd. Ook lijkt roken in de horeca, hoewel tegenwoordig verboden, nog op acceptatie te kunnen rekenen.

26 aug. 2016 20:55:55 door Raimond Bos Gezondheid nieuwtjes,

Zonder zuurstof kan een mens niet functioneren. Voor kankercellen blijkt het omgekeerde waar te zijn. Die gedijen juist goed in een zuurstofarme omgeving en groeien minder snel als de zuurstoftoevoer wordt verbeterd. Deze bijzondere ontdekking hebben Belgische wetenschappers onlangs gedaan. Het kan een baanbrekend onderzoek worden, waardoor de bestrijding van tumoren voortaan mogelijk met heel andere ogen zal worden bekeken.

Over de hele wereld wordt voortdurend onderzoek gedaan naar kankercellen en de mogelijkheden tot bestrijding ervan. In de universiteit van de Belgische stad Leuven hebben twee wetenschappers recent vastgesteld dat er een link bestaat tussen de groei van een kankergezwel en de hoeveelheid zuurstof die in het lichaam beschikbaar is. Hiervoor werden drieduizend kankerpatiënten onderzocht. De wetenschappers zagen dat de groei van de tumoren wordt bevorderd wanneer er sprake is van een zuurstoftekort in het lichaam en dat die groei juist wordt ingeperkt wanneer ze met meer zuurstof geconfronteerd worden. Men richtte zich in dit onderzoek specifiek op de zogenoemde hypermethylering, een proces waarbij een tumor buitensporig snel groeit. Volgend de onderzoekers valt die buitensporige groei in de helft van alle gevallen te verklaren door een zuurstoftekort. Dat er een relatie bestaat tussen de hoeveelheid zuurstof in het lichaam en de ontwikkeling van kankercellen is overigens op zich geen nieuwe constatering. Nobelprijswinnaar Otto Warburg (1893 - 1970) ontdekte een kleine eeuw geleden al dat kankercellen nauwelijks zuurstof gebruiken. De vraag werpt zich op hoe het mogelijk is dat de Belgische ontdekking nu pas een feit is en wat die precies toevoegt aan de eerdere inzichten van Warburg.

De Duitse wetenschapper ontdekte destijds al dat kankercellen niet van zuurstof leven, maar van gefermenteerde suiker. Mogelijk ligt daar ook de sleutel tot de bestrijding van de gevreesde ziekte. In België is men er in elk geval van overtuigd dat hun recente ontdekking verstrekkende gevolgen zal hebben voor de wijze waarop kankermedicijnen worden geproduceerd. Men zou zich daarbij met name kunnen gaan richten op medicijnen die in de bloedbaan terecht komen, aangezien zuurstof via het bloed door ons lichaam wordt getransporteerd. Ook houden de onderzoekers het voor mogelijk om de ontwikkeling van een  tumor te kunnen voorspellen door de zuurstoftoevoer te monitoren. Dat de beschikbare hoeveelheid zuurstof een rol speelt bij de ontwikkeling van tumoren, is inmiddels bewezen bij kankercellen in de borst, de blaas, de darmen, het hoofd, de nieren, de longen en de baarmoeder. Het wetenschappelijk tijdschrift Nature publiceerde de bevindingen van de onderzoekers uit Leuven. In de loop der jaren is regelmatig openlijk getwijfeld aan de gevestigde medische orde, omdat men de zuurstoftheorie naast zich neer zou leggen onder druk van de farmaceutische industrie. Zuurstof is namelijk commercieel niet interessant omdat het niet te patenteren is.

25 aug. 2016 20:54:53 door Raimond Bos Wetenschap en onderzoeken,

De meeste mannen blijken vaker seks te willen dan ze nu hebben. Voor de meeste vrouwen geldt precies hetzelfde. Je zou zeggen dat het dan eenvoudig op te lossen is. Niet over praten, maar gewoon doen. Toch blijkt er nog heel wat bij te komen kijken om de daad, letterlijk, bij het woord te voegen. Want hoewel de meesten niet ontevreden zijn over hun seksleven, blijkt het toch wel wat vaker te mogen gebeuren. Wat houdt ons dan tegen...?

De wens om vaker seks te hebben hangt samen met verlangen. De vraag is daarbij natuurlijk wat dat verlangen dan precies is. Van mensen boven de 65 jaar is bekend dat ze gemiddeld twee keer in de maand seks hebben. Let wel, we spreken hier over gemiddelde waarden, dus wellicht ziet de situatie bij jou thuis er heel anders uit. De frequentie van twee keer per maand ligt beduidend lager dan die van jongeren, die gemiddeld op vijf keer per maand uitkomen. Hieraan kunnen verschillende redenen ten grondslag liggen. Mensen die al wat langer bij elkaar zijn, krijgen vaak te maken met het begrip 'sleur' en weten elkaar soms in de slaapkamer niet zo heel erg meer te boeien. Het is een kunst om elkaar ook na vele jaren nog te blijven opwinden. Daarnaast spelen de dagelijks bezigheden ook een rol. We zijn gewend ons leven zo vol mogelijk te proppen met allerlei bezigheden, waardoor we soms simpelweg te moe zijn om seks te hebben. Als het dan aankomt op die ene dag in het weekeinde waarop het kan, is het vaak te nadrukkelijk gepland en dat neemt een deel van de spanning weg. Vaak zie je in dergelijke situaties dat verandering van omgeving (vakantie) en een ander tijdschema al veel kunnen doen om de zin in seks aan te wakkeren. Ook de hormoonhuishouding speelt natuurlijk een belangrijke rol. Jongeren produceren veel geslachtshormonen en daardoor worden de seksdriften flink aangewakkerd. Dat is ook logisch, want zij zijn nog in staat om voor nageslacht te zorgen en vanuit biologisch oogpunt wordt dat natuurlijk op alle manieren gestimuleerd.

Het hebben van seks is een gezonde bezigheid, het komt ons lichaam op vele manieren ten goede. Er wordt wel gesteld dat een stevige vrijpartij gelijk staat aan intensief sporten, maar dat is natuurlijk slechts voor een deel waar. Immers, als we maar eens in de week (of minder) zo'n heftige portie seks hebben, dan is de hoeveelheid beweging die we erdoor krijgen wel heel karig. Zeker wanneer je in ogenschouw neemt dat een gemiddelde vrijpartij slechts zeven minuten duurt, zoals blijkt uit een Amerikaans onderzoek, stelt het allemaal niet zo veel voor. Opvallend is overigens dat vrouwen in de leeftijd van 16 tot 24 jaar gemiddeld vaker seks hebben dan mannen van dezelfde leeftijd. Dit is de enige leeftijdscategorie waarvoor dat geldt, in alle andere gevallen hebben de mannen vaker seks dan de vrouwen. Tot en met de leeftijdsgroep van 45 tot 54 jaar blijft het maandgemiddelde nog rond de vier schommelen, daarna neemt het snel af. Vrouwen boven de 65 jaar halen amper anderhalf keer per maand als gemiddelde. En het mag dan zo zijn dat zowel mannen als vrouwen meer seks willen dan ze nu hebben, wanneer dat ook daadwerkelijk gebeurt, blijkt het niet te leiden tot een gelukkiger (seks)leven. In Amerika hebben ze de proef op de som genomen en een groep heteroseksuele stellen verdeeld in twee groepen. De ene groep deed alles zoals gebruikelijk, de andere groep verdubbelde het aantal keren dat ze seks hadden. De conclusie van dat onderzoek was dat de mensen die vaker seks hadden minder genoten van de seks, er minder zin in hadden en zich over het algemeen minder gelukkig voelden.

24 aug. 2016 20:53:11 door Raimond Bos Seksualiteit en relatie,

Niet zelden ontstaat er ruzie tussen ouders en hun kind in de puberteit. De meningen over allerlei dagelijkse zaken lopen vaak nogal uiteen en wederzijds begrip lijkt vaak ver te zoeken. Ouders verwijten hun tieners vaak van alles, maar ze realiseren zich vaak niet dat hun kroost er weinig aan kan doen. Het brein van een puber wijkt namelijk nogal af van dat van een volwassene. Het is nog niet goed ontwikkeld en de processen verlopen daarom vaak heel anders dan bij hun ouders. Logisch dus, dat dit zo nu en dan wat wrijving geeft.

Een kind, dat in de puberteit komt, krijgt heel wat te verwerken. School, huiswerk, vrienden of vriendinnen, de dagelijkse gang van zaken thuis, sporten, na verloop van tijd een bijbaantje, enzovoort. Bij alles wat een puber doet, draaien zijn hersenen op volle toeren. Volwassenen zijn in staat om voor bepaalde taken slechts een deel van het brein in te schakelen, maar in de tienerjaren lukt dat nog niet. Daarom gebruiken ze ook voor kleine bezigheden al hun volledige hersencapaciteit. Ze zijn niet goed in staat om zich op één ding te concentreren. Dat maakt het vrij lastig voor ze om bijvoorbeeld alle aandacht op het huiswerk te richten. Dat onvermogen om zich te concentreren wordt overigens nog extra versterkt wanneer ze de hele dag met hun mobiele telefoon bezig zijn. Veel jongeren nemen het toestel zelfs mee naar bed en gaan daar vrolijk verder met het bekijken van websites, het versturen en ontvangen van berichtjes, het spelen van spelletjes, enzovoort. Dat leidt in veel gevallen tot slaapproblemen en concentratiestoornissen. Ouders zouden er op zich verstandig aan doen om hun kinderen 's avonds bij het naar bed gaan hun telefoons te laten inleveren, in hun eigen belang. Deze maatregel kan echter opnieuw tot een flinke ruzie, door onbegrip, leiden.

Als een puber, door het nemen van zo'n besluit, helemaal door het lint gaat, komt dat ook weer door de gebrekkige hersencapaciteiten. Het deel van de hersenen dat verantwoordelijk is voor het beheersen van onze emoties, is bij pubers nog niet helemaal ontwikkeld. Het is daarom voor iemand in die leeftijd heel lastig om op een normale manier te reageren op situaties. Een woede-uitbarsting kan het gevolg zijn, zelfs wanneer daar helemaal geen aanleiding toe is. Ze zijn bovendien minder goed in staat om de emoties van anderen te duiden. Zo kan het zijn dat ze een ernstige blik al opvatten als boosheid, terwijl daarvan helemaal geen sprake hoeft te zijn. Ze zien het verschil niet goed en maken een afweging op basis van een onjuiste interpretatie. Bij dit alles komt ook nog eens het feit dat tieners vaak een verstoord bioritme hebben. Onderzoek heeft uitgewezen dat hun biologische klok in feite twee uur achter loopt. Wanneer je ze 's morgens om 07:00 uur uit bed trommelt, omdat het tijd wordt om naar school te gaan, is het voor hun gevoel pas 05:00 uur. Die twee uur komen ze dus eigenlijk op dat moment gevoelsmatig te kort. Dat pubers regelmatig verstrooid zijn, dingen vergeten of te laat komen, komt omdat het voorste deel van de frontale hersenkwabben (prefrontale cortex) nog niet is volgroeid.

23 aug. 2016 20:52:05 door Raimond Bos Psyche en brein,

Hoe pakken we de strijd tegen overmatig alcoholgebruik aan...? Moeten we de accijns verhogen, moeten we bier uit de schappen van de supermarkt halen of moeten we nog indringender voorlichtingscampagnes gaan voeren...? Volgens Canadese wetenschappers is het allemaal nog veel eenvoudiger. Gewoon het alcoholpercentage van de gangbare dranken verlagen zou afdoende moeten werken. We krijgen daardoor op relatief eenvoudige wijze minder alcohol binnen en daar vaart onze gezondheid wel bij.

Voor sommigen is het drinken van een behoorlijk aantal biertjes tijdens een avondje stappen of gewoon thuis voor de buis net zo vanzelfsprekend geworden als het poetsen van de tanden of het aanzetten van de televisie. Dat overdaad schaadt, is een algemeen bekend feit en dit geldt zeker voor de consumptie van alcohol. Recent werd een link gelegd tussen het innemen van alcohol en de kans op het ontwikkelen van kanker, maar alcohol vormt op meer fronten een gevaar voor de mens. Het kan leiden tot ernstige aantasting van de lever, om nog maar niet te spreken over het verslavingseffect dat drank heeft op de mens. Het aantal jongeren dat met een acute alcoholvergiftiging wordt opgenomen in een ziekenhuis, stijgt de laatste jaren alarmerend. Kortom, er is werk aan de winkel en wetenschappers van het grootste Canadese verslavingscentrum wilden graag weten wat de beste manier zou zijn om de alcoholconsumptie terug te dringen. Ze hebben de gegevens van een aantal bestaande onderzoeken naast elkaar gelegd en daaruit een analyse gemaakt.

Het verlagen van het alcoholpercentages zou volgens deze onderzoekers heet meest effectief zijn. Een biertje met daarin 5,5 procent alcohol zou op basis van een gewijzigd productieproces in de brouwerij dan bijvoorbeeld nog maar 4,5 procent alcohol bevatten. Dat is een verlaging met meer dan twintig procent. Wanneer het bij dat ene biertje zou blijven, krijgt de consument dus daadwerkelijk minder alcohol binnen. De vraag rijst echter of men er dan niet toe zal overgaan om extra biertjes te bestellen en zo alsnog aan het juiste alcoholpercentage te komen. De wetenschappers denken dat dit niet het geval is. Ze stellen dat mensen het effect van de genoemde verlaging niet direct merken en daardoor niet geneigd zullen zijn om meer te gaan bestellen dan ze voorheen deden. Als dat inderdaad zo is en we dus even veel drankjes consumeren, zou er inderdaad winst voor de gezondheid worden behaald. Tegelijk valt er voor de brouwers ook winst te behalen, want de productiekosten van een biertje dalen wanneer er minder alcohol wordt toegevoegd.

22 aug. 2016 22:57:02 door Raimond Bos Eten en drinken,

Ben je al een tijdje op zoek naar 'de ware'  maar bleef je zoektocht tot nu toe zonder succes...? Er zijn heel wat mogelijkheden om een potentiële partner te vinden. Je kunt jezelf aanmelden bij een datingsite of contacten leggen via sociale media, maar uiteindelijk komt het aan op de indruk die je bij je potentiële partner achterlaat tijdens de eerste persoonlijke kennismaking. Maar of je nu iemand tegen komt op basis van een afspraak, of zomaar spontaan, met een beetje wetenschap kom je wellicht een heel stuk verder...!

Er is namelijk in de loop der jaren heel wat onderzoek verricht naar de wijze waarop mensen op elkaar reageren. Wanneer nemen je kansen op belangstelling van de andere partij toe en wanneer nemen die kansen juist af...? Het zal je wellicht verbazen hoe simpel het soms allemaal is. Neem nu bijvoorbeeld de lichaamsgeur van de man. Als mannen zichzelf dagelijks goed verzorgen, door te douchen, een goede deodorant op te spuiten, enzovoort... Dan lijken ze goed bezig te zijn en menen ze dat hun kansen op succes bij de vrouwen toenemen. Echter, niet in alle gevallen gaat die vlieger op. Vrouwen zouden volgens Amerikaanse onderzoekers met name rond de eisprong hun voorkeur laten uitgaan naar mannen bij wie de natuurlijke lichaamsgeur domineert. Dat heeft iets met het mannelijk hormoon testosteron te maken, dat vrouwen er kennelijk op attent maakt dat ze met een 'echte man' te maken hebben. In het kader van de voortplanting is dat natuurlijk goed om te weten, daarom heeft de natuur hier zo zijn eigen mechanisme voor bedacht. Als man moet je dit natuurlijk ook weer niet overdrijven, door wekenlang geen deodorant aan te raken. Een dag of twee, drie zonder... Precies op het juiste moment... Dat zou er zomaar eens voor kunnen zorgen dat ze als een blok voor je valt. Uit een ander Amerikaans onderzoek is al eens duidelijk geworden dat vrouwen kennelijk een voorkeur hebben voor mysterieuze mannen. De vrouwen werden voor dit onderzoek in drie groepen verdeeld. In de eerste groep kregen de vrouwen te horen dat de mannen hun profiel op Facebook positief hadden beoordeeld, in de tweede groep werd aan de vrouwen verteld dat de mannen neutraal waren geweest over hun profiel en de vrouwen in de derde groep kregen helemaal geen informatie over de mening die de mannen over ze hadden. Wat bleek...? De vrouwen in de derde groep bleken de mannen een veel hoog cijfer te geven aan de vrouwen in de andere twee groepen...!

Met de bovenstaande informatie kunnen mannen hun voordeel doen, maar ook voor vrouwen valt er winst te behalen op de relatiemarkt wat wetenschap toe te passen. Al langere tijd bestond het vermoeden dat vrouwen die zich opstellen als een lastige prooi, door mannen juist eerder begeerd worden. Canadees onderzoek lijkt deze theorie te bevestigen. Het werkt overigens alleen maar als de man vanuit zichzelf al interesse heeft voor de vrouw. Als het gaat om een 'gedwongen ontmoeting', zoals je die bijvoorbeeld tijdens een speeddate hebt, gaat het trucje niet op. Wanneer de vrouw op dat moment de indruk wekt dat ze geen belangstelling heeft, wordt ze al snel als minder sympathiek beschouwd. Doet ze echter ongeïnteresseerd op het moment dat hij haar erg ziet zitten, dan wordt ze zo mogelijk nog interessanter voor hem. Uiteindelijk zal ze echter toch op een andere tactiek moeten overgaan, om hem definitief aan de haak te kunnen slaan. Een andere tip die vrouwen wellicht goed kunnen gebruiken is het feit dat mannen vallen op vrouwen die zorgzaam zijn. Dit is een gegeven dat we hebben overgehouden aan de oerman, die op jacht ging om eten te vinden, terwijl zijn vrouw de kinderen moest verzorgen. Lange tijd hebben wij nog zo geleefd, de laatste decennia zie je steeds meer dat mannen en vrouwen de zorgtaken meer evenredig verdelen. Maar in de genen zit nog steeds dat traditionele rolmodel, waarbij de man het waardeert als de vrouw zorgzaam is. Dus dames, fatsoeneer de kleding van een man als daar aanleiding toe is, veeg eens een mondhoek schoon als je daar wat etensresten aantreft of pluk wat pluisjes van zijn colbertje weg. De kans is groot dat hij je daardoor onweerstaanbaar gaat vinden. Hierbij geldt dat het al door kleine dingetjes kan gebeuren, het is dus echt niet nodig om hem direct de indruk te geven dat je de rol van zijn moeder bent gaan overnemen.

Dan is er ook nog een tip waar beide seksen iets aan hebben. Probeer elkaar zo lang mogelijk in de ogen te kijken...! Je hebt dan natuurlijk wel de medewerking van de andere partij nodig, want als die het oogcontact juist ontwijkt, dan lukt het niet. Maar ook hier ligt weer een wetenschappelijk onderzoek aan ten grondslag. Indien je er in slaagt om twee minuten lang iemand direct in de ogen te kijken, is de zaak eigenlijk al geregeld. Volgens wetenschappers kunnen er op die manier gevoelens van liefde ontstaan zonder dat je de andere persoon verder kent. Je ziet elkaar voor het eerst, je kijkt elkaar twee minuten lang aan en je bent verkocht. Daar komt het in feite wel op neer. Dit onderzoek is al wat ouder, het werd meer dan 25 jaar geleden uitgevoerd in de Amerikaanse staat Massachusetts. Voor het onderzoek werd aan groepen studenten gevraagd om tegenover iemand van het andere geslacht te gaan zitten en diegene tenminste twee minuten zonder onderbreking aan te kijken. Dat leverde als effect op dat de studenten echt verliefd leken te worden op de persoon tegenover wie ze hadden plaatsgenomen. Ze lieten na afloop blijken interesse voor die persoon te hebben gekregen, ze spraken daarbij onder meer van een grote aantrekkingskracht en intense gevoelens van liefde. Wanneer iemand op intense wijze naar iemand anders kijkt, vergroten de pupillen van de ogen zich. Dit wordt gezien als een teken van verliefdheid en van verlangen. Als twee mensen verliefd op elkaar zijn, zoeken hun ogen elkaar steeds op. Op het moment dat iemand zijn of haar geliefde ziet, geeft dat een fijn gevoel. Dat komt doordat op dat moment een stof vrijkomt in het lichaam die het verliefdheidsgevoel verder aanwakkert. Elkaar diep in de ogen kijken wordt ook gekoppeld aan een verlangen hebben naar elkaar.

21 aug. 2016 22:55:26 door Raimond Bos Seksualiteit en relatie,
Van hoog naar laag sorteren

Artikelen 21 tot 30 van 369 in totaal

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5