075 230 00 52 | KLANTENSERVICE
0item(s)

U heeft geen producten in uw winkelwagen.

In onze Nederlandse samenleving is het de bedoeling dat iedereen werkt. Mensen die werk weigeren, hoeven tegenwoordig niet te rekenen op een uitkering. Wanneer ze een uitkering krijgen, hebben ze een sollicitatieplicht, zodat ze op korte termijn weer aan de slag kunnen gaan. Ook moeten we steeds langer doorwerken. De pensioengerechtigde leeftijd is verhoogd, zodat het werkende deel der natie voldoende geld bijeen brengt om de extra uitkeringskosten door de vergrijzing te kunnen opvangen. Bij dit alles is de vraag gerechtvaardigd of werken eigenlijk wel zo gezond is.

Werken houdt je veelal in beweging en is dus in dat opzicht goed voor de mens. Ook geeft werken in de meeste gevallen een bepaalde mate van voldoening of trots en ook daar vaart onze gezondheid wel bij. Het bezorgt ons een bepaalde status, omdat we ergens in uitblinken. Ons geestelijk welbehagen heeft baat bij een baan die ons voldoening geeft. Maar werken kan ook een sleur worden, tot stress leiden en bij slechte arbeidsomstandigheden kan er ook sprake zijn van lichamelijke problemen. Kortom, het hebben van een baan is absoluut geen garantie voor een betere gezondheid. Weliswaar is het aantal zieken onder de werklozen hoger dan onder de werkende medemens, maar dat valt ook te verklaren door het feit dat mensen die vaak of chronisch ziek zijn, meestal meer moeite hebben om een baan te vinden. In dat geval zijn oorzaak en gevolg dus precies andersom. Dat geeft een vertekend beeld bij onderzoeken naar de vraag of het hebben van een baan bijdraagt aan de gezondheid van mensen. Het hangt er bovendien ook nog vanaf hoeveel uren iemand werkt, want iemand die meer dan veertig uur per week op zijn werk doorbrengt, is niet per definitie productiever dan iemand die veertig uur als maximum hanteert. Het is de kunst om efficiënt te werken, zodat je op de juiste momenten piekt en daardoor meer gedaan krijgt in dezelfde hoeveelheid tijd.

Natuurlijk geldt dat laatste niet voor elke baan, want het type werk staat dat niet altijd toe. Het is daarom interessant om ook eens te kijken naar wat nu eigenlijk de meest gezonde beroepen zijn. Uiteraard is ook hiernaar onderzoek gedaan. Met stip op de eerste plaats staat de fitness instructeur. Bij dit type werk beweeg je veel, heb je meestal een flexibel werkschema en kom je veel in contact met andere mensen op een positieve manier. Dat zorgt over het algemeen voor veel werkplezier en een goede gezondheid. Je zou het misschien niet zo snel verwachten, maar ook een ontwikkelaar van software heeft in principe een zeer gezonde baan. Belangrijk is dan wel dat men in dienst is bij een bedrijf waar niet wordt gekeken naar het aantal uren dat iemand aanwezig is, maar naar het werk dat wordt afgeleverd. Een verzekeringsadviseur komt ook positief naar voren in het onderzoek, omdat dit beroep weinig fysieke kracht vergt, evenals de fitness instructeur gepaard gaat met veel contacten met klanten en er weinig sprake is van stress. Werk je als bloemist, dan heb je ook een gezonde baan, want de hele dag tussen de bloemen en planten staan, werkt stressverlagend. Uiteraard zijn er ook banen die niet zo goed zijn voor je gezondheid. Een brandweerman bijvoorbeeld, staat bloot aan veel stress. Bovendien is de kans op verwondingen en ziekte in deze branche groter. Andere negatieve uitschieters zijn de bouw (zwaar werk), de advocatuur (stress) en mensen die in nachtdiensten werken, bijvoorbeeld in de verpleging.

19 sep. 2016 11:56:36 door Raimond Bos Arbeid en werk

Van oudsher was de man de kostwinner in het gezin. Vader ging 's morgens vroeg de deur uit, terwijl moeder zich bekommerde om de kinderen. Aan het eind van de middag of het begin van de avond, zo tegen etenstijd, kwam vader weer thuis en werd er gezamenlijk gegeten. Althans, in veel gevallen ging het zo. Tegenwoordig is het heel vanzelfsprekend dat zowel de man als de vrouw een baan hebben. Soms in deeltijd, soms een volledige werkweek. De vader is meestal niet meer de enige kostwinner in het gezin en dat legt een minder grote druk op hem.

We hebben er misschien nooit zo bij stilgestaan, maar het is best een grote verantwoordelijkheid om in je eentje te moeten zorgen voor het inkomen van het hele gezin. Dat kan zelfs leiden tot psychische problemen, zodra niet alles op de werkvloer van een leien dakje gaat. Het bijzondere is echter dat mannen zich vaak minder gelukkig voelen in de situatie waarin ze het gezinsinkomen moeten verdienen, terwijl vrouwen die kostwinner van het gezin zijn zich daardoor juist gelukkiger voelen. Hoe kan dat verschil worden verklaard...? Wetenschappers van de universiteit in de Amerikaanse staat Connecticut hebben zich over deze vraag gebogen. Ze deden onderzoek naar de relatie tussen het hebben van een baan met financiële verantwoordelijkheid voor het gezin en de psychische gesteldheid. Bij dit onderzoek, dat werd uitgevoerd tussen 2007 en 2011, waren 9.000 mensen betrokken. Daaruit bleek al snel dat mannen, die er helemaal alleen voor staan bij het zorgen voor inkomen, lager scoren op het gebied van psychisch welzijn, maar ook op het lichamelijk vlak. Ten opzichte van mannen die niet of in beperkte mate verantwoordelijk zijn voor het gezinsinkomen ligt het percentage voor psychisch welzijn 5 procent hoger, terwijl ze op het gebied van lichamelijke klachten 3,5 procent beter scoren.

Aangenomen wordt dat mannen hun plicht om voor het gezin te zorgen zo serieus nemen, dat ze ook blijven doorploeteren wanneer het allemaal flink tegen zit. Ze ervaren die verplichting als een druk, maar gaan wel door, in het belang van het hele gezin. Dat kan leiden tot een burn-out of daaraan gerelateerde klachten, waardoor de gezondheid in het algemeen achteruit gaat. Maar daarmee is nog niet verklaard waarom vrouwen hier niet of nauwelijks mee te maken krijgen. Wanneer een vrouw de enige kostwinner in het gezin is, lijkt ze haar taken lachend te volbrengen, geniet ze ervan en voelt ze zich gelukkig. Ook hier hebben de wetenschappers een mogelijke reden voor gevonden. Die is nauw verbonden met de traditionele situatie waarin de vrouw niet werkte en de man wel. Van die oorspronkelijke situatie bezien, hoeft de vrouw dus niet te werken, het is geen noodzaak maar een kans. Daarom zou je kunnen stellen dat de maatschappij in feite ook een succesvolle carrière niet van de vrouw verwacht of vereist. Anno 2016 zijn de kaarten weliswaar anders geschud en is het verwachtingspatroon ook veranderd, maar van oudsher kun je stellen dat voor vrouwen geldt dat het succes voelt als een beloning, terwijl het voor de mannen meer vanzelfsprekend is.

Als beide partners een evenredig deel bijdragen aan het totale gezinsinkomen, ontstaat de meest gezonde situatie. Zowel de man als de vrouw ervaart dan niet een te grote druk, waardoor het risico op overbelasting door psychische problemen snel afneemt. Een groot nadeel van een situatie waarin beide ouders werken, is vaak wel dat de kinderen niet de aandacht krijgen die ze van hun ouders nodig hebben. Daarom is het verstandig om allebei in deeltijd te gaan werken, zodat altijd een van de beide ouders thuis is om voor het kind te zorgen. Tegenwoordig zijn er uitstekende voorzieningen op het gebied van buitenschoolse opvang, maar elk kind moet voldoende uren met zijn eigen ouders kunnen doorbrengen om een goede band met ze te krijgen. Bovendien is het voor de opvoeding van het kind essentieel dat je als ouders zelf de regie in handen houdt. Opvangen is immers iets heel anders als opvoeden. Door kritisch naar het uitgavenpatroon te kijken en de juiste keuzes te maken, kun je als ouders uiteindelijk de juiste balans vinden tussen het zorgen voor voldoende inkomen en het ouderschap. Het spreekt voor zich dat het voor het kind ook van belang is dat de beide ouders psychisch en lichamelijk gezond zijn.

28 aug. 2016 20:58:14 door Raimond Bos Arbeid en werk
Nachtwerk

Een nachtdienst is vermoeiend..!

Nachtdiensten zijn in veel beroepsgroepen heel normaal. Voor het menselijk lichaam is dat echter helemaal niet zo normaal. want mensen zijn geen nachtdieren. Door 's nachts te werken gaan we in feite dwars tegen ons natuurlijke ritme in. Dat kan leiden tot vermoeid en slaapstoornissen, maar zelfs tot maag- en darmproblemen, een te hoge bloeddruk en een grotere kans op hart- en vaatziekten.Want kun je doen om je lichaam zoveel mogelijk in balans te houden?

Goede voorbereiding is alles

Zorg ervoor dat je goed bent voorbereid op de nachtdienst. Hou het de dag ervoor rustig, doe niet teveel en neem bijvoorbeeld even tijd voor een middagdutje. Zo zorg je ervoor dat je voldoende energiek aan je nachtdienst kunt beginnen.

Zorg voor brandstof

Je moet de hele nacht werken, dus zorg voor voldoende brandstof. Nuttig kort voordat je aan je nachtdienst begint (of, indien mogelijk direct aan het begin van je dienst) een lichte, vetarme warme maaltijd. In de loop van de nacht kun je dan nog een tussendoortje nemen, maar doe dat dan in de vorm van een stuk fruit (energie!) of een zuivelproduct, dat je, dankzij de eiwitten die het bevat, wakker houdt. Nachtwerkers hebben het meestal tussen 02:00 en 05:00 uur het zwaarst. Om die periode goed door te komen zou je, indien dat mogelijk is, even een wandelingetje kunnen maken of even bij een collega kunnen langslopen. Lukt dat niet, probeer dan in elk geval even wat afwisseling voor jezelf te creëren.


Na afloop

Wanneer je na je werk thuis komt, drink dan vooral geen koffie, cola of alcohol. Het beste is om zo snel mogelijk naar bed te gaan. Het beste gaat dat als de slaapkamer donker en vrij van omgevingsgeluiden is. Het is verstandig om tenminste zeven uren achtereen op bed te blijven liggen. Wanneer je een aantal nachtdiensten achter elkaar moet draaien, bekijk dan of je dat kunt beperken tot maximaal vier stuks. Houd ook rekening met de rustpauzes tussen de diensten. Moet je in wisseldiensten werken, kies dan nooit voor een ochtenddienst direct na een avonddienst. De periode ertussen is dan te kort.

12 okt. 2015 11:10:13 door Raimond Bos Arbeid en werk
Net zoals roken in openbare gebouwen en in de horeca al verboden is, zo zou roken in de baas zijn tijd ook tot het verleden moeten behoren. Dat zegt longarts Pauline Dekker. Werkgevers moeten volgens haar hun verantwoordelijkheid nemen en speciale rookpauzes moeten verbieden. Dekker meent dat werkgevers met dergelijke pauzes in feite een verslaving faciliteren. Het is op veel werkplekken een bekend tafereel. Buiten, of in een speciale rookruimte, komen collega’s samen om even een sigaret op te steken. Helemaal fout, volgens Pauline Dekker. Enkele jaren geleden schreef ze samen met collega-longarts Wanda de Kanter het boek ‘Nederland Stopt! met roken’ en regelmatig trekt ze ten strijde tegen de macht van de tabaksindustrie. Uit een enquête die door PanelWizard werd uitgevoerd onder 500 werkgevers blijkt dat zij het roken van hun personeelsleden over het algemeen zien als een privézaak. Ook dat weerlegt Dekker, ze wijst erop dat roken de belangrijkste ziekmaker is en dat werkgevers juist een zorgplicht hebben en zich moeten inspannen om hun medewerkers zo lang mogelijk gezond aan het werk te kunnen houden. Dat heeft volgens de longarts, verbonden aan het Beverwijkse Rode Kruis Ziekenhuis, ook de nodige voordelen voor de werkgevers. Immers, een roker is veel minder goed geconcentreerd, omdat zich al een half uur na het opsteken van een sigaret ontwenningsverschijnselen voordoen. Meestal duurt het dan nog wel even voordat er opnieuw tijd is voor een rookpauze. Onlangs werd bekend dat in Engeland het roken in de auto wordt verbonden wanneer er een kind in de auto zit. Ook in andere landen worden de regels met betrekking tot roken steeds verder aangescherpt. Niet ten onrechte, overigens. Jaarlijks worden bijvoorbeeld alleen al in Nederland door roken 19.000 nieuwe gevallen van kanker geconstateerd.
7 okt. 2015 22:58:36 door Raimond Bos Arbeid en werk
Van laag naar hoog sorteren

4 artikel(en)