075 230 00 52 | KLANTENSERVICE
0item(s)

U heeft geen producten in uw winkelwagen.

Heb je de afgelopen maanden genoten van het mooie zomerweer...? Ben je in de gelegenheid geweest om een aantal uren in de buitenlucht door te brengen...? Dan heb je waarschijnlijk je lichaam ingesmeerd met zonnebrandolie om te voorkomen dat je huid zou verbranden. Is dat eigenlijk wel echt nodig...? En zijn er alternatieven voor de vele soorten olie die je bij de drogist of in de supermarkt kunt kopen, waarvan je eigenlijk niet eens precies weet wat erin zit...?

De zon is voor de mens van essentieel belang. Zonder zon kunnen we eigenlijk niet leven, omdat we afhankelijk zijn van het zonlicht. Niet alleen hebben we zelf zonlicht nodig om vitamine D te kunnen aanmaken, ook eten we planten die niet zouden kunnen groeien als er geen zonlicht zou zijn. Tegelijk is teveel zonlicht ook schadelijk voor ons, want de kans op huidkanker neemt toe naarmate we onze huid vaker aan direct zonlicht blootstellen. Om deze aandoening te voorkomen, is het van belang om de huid goed in te smeren met een zonnebrandolie die ons beschermt. Hoe hoger de beschermingsfactor, hoe beter je beschermd bent tegen de gevaarlijke straling van de zon. Daarnaast is het altijd verstandig om niet op het warmste moment van de dag (tussen 12:00 en 15:00 uur 's middags) in de zon te gaan liggen. Ook is het verstandig om zonnebrandolie niet te lang te bewaren. Naar mate je dergelijke producten langer bewaart, verliezen ze hun beschermende krachten. Een zonnebrandolie die te lang in de kast heeft gelegen, beschermt je nog maar nauwelijks tegen de straling van de zon. Je denkt dus goed beschermd te zijn, maar het tegendeel is waar. Dat effect wordt nog eens versterkt wanneer de fles in de zon heeft gelegen. Het einde van de zomer is eigenlijk het geschikte moment om de fles zonnebrandolie weg te doen, je koopt dan volgend jaar aan het begin van de zomer weer een nieuwe.

Er zijn ook mensen die zelf hun eigen zonnebrandolie maken. Ze doen dat omdat ze precies willen weten wat ze op hun huid smeren. Bij de gefabriceerde zonnebrandolie weet je vaak niet zo goed wat erin zit. Een goede stelregel is dat je eigenlijk niets op je huid zou moeten smeren wat je niet kunt eten. De meeste mensen wagen zich er niet aan om zonnebrandolie, die ze gekocht hebben in de winkel, te proeven. Er zitten doorgaans chemicaliën in die niet geschikt zijn voor inwendig gebruik. Eigenlijk best raar, want wanneer je iets op je huid smeert, dringt het ook je lichaam binnen. Je huid is immers poreus, een belangrijk deel van wat we op de huid smeren wordt opgenomen in het lichaam en komt uiteindelijk op die manier in je bloed terecht. Maar wat is dan het alternatief...? Hoe maak je zelf een goedje dat je huid voldoende beschermt tegen de zon...? Neem daarvoor twee eetlepels biologische kokosolie, die je au bain marie laat smelten. De olie mag niet te warm worden, om klontjes te voorkomen. Hieraan voeg je een eetlepel shea butter toe, vervolgens een eetlepel avocado olie, tezamen met een halve theelepel sesamolie en een halve theelepel aloë vera gel. Tenslotte dertig druppels wortelzaadolie. Dit alles goed mengen en klaar is je zelfgemaakte zonnebrandolie...!

17 sep. 2016 11:55:07 door Raimond Bos Uiterlijk

Wil je lang haar...? Dan is dat vooral een kwestie van lang wachten...! Al jaren doet het fabeltje de ronde dat je de groei van je haar kunt beïnvloeden door de puntjes regelmatig weg te (laten) knippen. Dat is voor kappers natuurlijk een interessant verhaal, want zou behouden ze je als klant, maar het regelmatig afknippen van de haarpuntjes levert geen versnelde haargroei op. Het is hooguit een maatregel die bijdraagt aan een beter verzorgd kapsel, omdat de haarpuntjes vaak gaan splijten.

Het haar op je hoofd is dood. Iets wat dood is, kan niet meer groeien. Toch groeit je haar, maar dat gebeurt vanuit de haarzakjes in je hoofdhuid. Wanneer je van een stuk dood materiaal iets afknipt, heeft dat verder geen gevolgen voor het andere eind van dat materiaal. Dus door te knippen aan het uiteinde van je haren, bereik je verder niets. Je voorkomt er wel mee dat het haar zich verder gaat splijten, maar dat heeft verder geen effect op de groei. Het tempo waarin je haar groeit, is genetisch bepaald. Verder is een aantal andere factoren van invloed op de haargroei, denk daarbij aan bijvoorbeeld de hormoonhuishouding, de voeding en het ijzergehalte in je lichaam. Nauw samenhangend met de hormoonhuishouding speelt ook het functioneren van de schildklier een rol bij de snelheid waarmee je haar groeit. Wil je er verzekerd van zijn dat je haargroei in elk geval niet geremd wordt, zorg er dan voor dat je voldoende vitaminen binnen krijgt. Vooral door groene groenten, bonen, noten en kip te eten, maar ook eieren, zalm, volkorenproducten en wortelen, krijg je de juiste stoffen binnen die je lichaam nodig heeft om een goede haargroei te kunnen garanderen.

Het idee dat de snelheid van de haargroei beïnvloed kan worden door de puntjes regelmatig weg te knippen, is waarschijnlijk ontstaan vanuit de gedachte dat een man een zwaardere baardgroei heeft wanneer hij zich regelmatig scheert. Mannen die zich scheren, zien vervolgens vaak dikkere stoppels terug komen dan er aanvankelijk stonden. Dat heeft niet zozeer met de snelheid van groeien te maken, het gaat hier om de omvang van de haar, die het doet lijken alsof de haren sneller groeien. In feite groeien ze nog altijd even snel als voorheen. Bovendien is de baardgroei van de man ook vooral een hormonale kwestie. Onder invloed van het mannelijk hormoon testosteron ontwikkelt zich de baardgroei van de man, evenals de groei van bijvoorbeeld borsthaar. Ook hier geldt dat de snelheid van de groei hier geen rol speelt, die blijft gewoon constant. Ook op de maximale lengte die je haar kan bereiken, heb je geen invloed. Die lengte is, net als de groeisnelheid, genetisch bepaald. Wil je dus heel lang haar, dan valt te hopen dat je die eigenschap in de genen hebt, anders zal het je niet lukken om het haar op de gewenste lengte te krijgen,

19 aug. 2016 22:53:05 door Raimond Bos Uiterlijk

Stralend witte tanden, dat willen we toch allemaal...? De sterren van het witte doek hebben meestal een smetteloos wit gebit, al zijn daar vaak wel de nodige trucjes voor uitgehaald. Hoewel ons gebit van nature wat geler wordt naar mate de jaren verstrijken, zijn er ook dingen die hierop van invloed zijn. Door bepaalde voedingsmiddelen niet te eten kunnen we er bijvoorbeeld voor zorgen dat dit vergelingsproces niet zo snel gaat. Natuurlijk is ook een goed onderhoud van het gebit hierbij van belang.

Aan kinderen die een beugel krijgen, worden soms eerst foto's getoond van vergeelde tanden met witte vierkantjes in het midden. Ze zijn bedoeld om kinderen duidelijk te maken wat er kan gebeuren als ze hun tanden niet goed genoeg poetsen gedurende het dragen van de beugel. De tanden verkleuren dan, terwijl het glazuur op de plek van de plakkertjes, waarmee de beugel is bevestigd, de oorspronkelijke kleur behoudt. Wanneer, na enkele jaren, die beugel dan weer wordt verwijderd, zijn witte vlekjes het resultaat. Je kunt dan precies zien waar de beugel heeft gezeten en dat levert een tamelijk ontsierend geheel op. Het glazuur vormt de beschermlaag van onze tanden en geldt als het hardste materiaal dat we in ons lichaam hebben. Tandglazuur bestaat voor 98 procent uit hydroxyapatiet, een keihard calciummineraal. Veel mensen denken dat het tandglazuur een gladde laag is, maar wanneer je een tand onder de microscoop bekijkt, zul je ontdekken dat het juist een ruw oppervlak is. Dit houdt in dat stoffen, die we via de mond binnen krijgen, zich gemakkelijk kunnen hechten aan het glazuur. De oorspronkelijk witte kleur van het tandglazuur wordt daardoor beïnvloed.

De grote vraag is nu natuurlijk welke voedingsmiddelen met name een gevaar vormen voor verkleuring van onze tanden. Dit zijn bijvoorbeeld de voedingsmiddelen die veel chromogenen bevatten. Chromogenen vind je met name in koffie, rode wijn, cola, drop en bepaalde vruchten, zoals druiven, bosbessen en granaatappels. Het zijn moleculen waarin zich veel kleurstoffen bevinden. Die kleurstoffen gaan zich hechten aan je tandglazuur en veroorzaken daardoor een vergeling van de tanden. Een andere stof die je, om dezelfde reden, beter kunt vermijden is tannine, ook wel looizuur genoemd. Deze stof zorgt voor de bittere smaak in bijvoorbeeld pure chocolade, zwarte thee en rode wijn. Daarnaast is tannine een stof die de hechting van chromogenen aan het tandglazuur bevordert. Het valt je misschien op dat rode wijn in deze tekst voorkomt in beide rijtjes. Het drinken van rode wijn is daarom ook koploper in het veroorzaken van gele tanden. Drink je bijvoorbeeld een fruitsmoothie of ijskoffie, dan verdient het aanbeveling om daarbij gebruik te maken van een rietje, zodat de genoemde stoffen niet in direct contact komen met je gebit.

Een ander gevaar voor het tandglazuur is het zuur in veel voedingsmiddelen. Niet alleen het koolzuur in frisdranken, maar ook het fruitzuur in appels, druiven en citrusvruchten, zorgt voor een afbraak van calcium in het tandglazuur. Daardoor ontstaan groeven, waar zich weer kleurstoffen aan kunnen gaan hechten. Cola is een zeer zure frisdrank die bovendien chromogenen bevat en wordt daarom vaak genoemd als een ongezonde keuze. Wil je toch van een glas cola genieten, spoel dan vervolgens je mond met water. Misschien zou je geneigd zijn om direct je tanden ook even te poetsen, maar dat laatste kun je beter niet doen. Het tandglazuur is extra kwetsbaar nadat het geconfronteerd is met zuren. Door op dat moment te gaan poetsen, loop je het risico het tandglazuur onherstelbaar te beschadigen. Je kunt dus juist beter even wachten met poetsen totdat de zuurtegraad in de mond is hersteld. Tenslotte is er nog een boosdoener die alle voornoemde veroorzakers van tandvergeling in de schaduw zet, namelijk roken. Teer en nicotine hechten zich namelijk heel goed aan tandglazuur en uiteindelijk kunnen de kleurstoffen zich letterlijk in de tanden dringen, waardoor de verkleuring definitief is geworden.

20 jul. 2016 19:56:06 door Raimond Bos Uiterlijk

De titel boven deze tekst zal menigeen de wenkbrauwen doen fronsen. De meeste mensen zijn namelijk gewend om dagelijks een hele reeks producten met de huid in aanraking te laten komen, die allerlei chemicaliën bevatten. Ze staan er echter niet bij stil dat ze daarmee in feite heel ongezond bezig zijn. Er mooier uit willen zien is een behoefte die veel mensen hebben en die er door de eeuwen heen altijd is geweest. Het grote verschil met vroeger is dat er toen uitsluitend natuurlijke producten werden gebruikt, terwijl men nu bijna automatisch kiest voor chemische producten die door de mens zijn gemanipuleerd en die lang niet zo goed voor ons zijn als we vermoeden.

Onze huid is ons grootste orgaan. Bovendien is onze huid poreus. Wanneer je er iets op smeert, zal dat voor een belangrijk deel door de huid worden opgenomen. De schadelijke stoffen belanden zo in onze bloedbaan en verspreiden zich door ons lichaam. Onze lever is het orgaan dat ervoor zorgt dat alle afvalstoffen worden verwijderd. De lever reinigt dus ons lichaam en is daardoor misschien nog wel belangrijker voor ons voortbestaan dan ons hart. Als de lever niet meer goed functioneert, gaat op den duur het hart het ook begeven. En door de lever te zwaar belasten, breng je jezelf onnodig in gevaar. De meeste mensen realiseren zich totaal niet wat ze dagelijks allemaal op hun huid smeren en dus in hun lichaam krijgen. De stelling dat het allemaal goedgekeurde producten zijn en ze dus waarschijnlijk geen kwaad kunnen, klinkt misschien aannemelijk, maar gaat voorbij aan het feit dat maximaal toegestane waarden in principe al te veel zijn. Vergelijk het maar met voorbij rijdend verkeer. Hoeveel auto's per dag vind je acceptabel, bij jou voor de deur...? Liever had je natuurlijk helemaal geen auto's in de straat, zodat je in alle rust kunt genieten. Zo werkt het in dit geval ook.

Laten we eens bekijken wat we allemaal op onze huid smeren. Dat begint al wanneer we 's morgens opstaan en een douche nemen. We gebruiken douchegel en shampoo. Maar lezen we ook wel eens de verpakking ervan, om vast te stellen wat er in zit? Een fles shampoo bevat gemiddeld 15 verschillende chemicaliën. De namen zeggen veel mensen eigenlijk niets. Want wat is precies natriumlaurylsulfaat...? En heb je al eens gehoord van tetranatrium of propyleenglycol...? Waarschijnlijk niet...! Zou je een slok durven nemen van de fles shampoo die je nu in de badkamer hebt staan...? Doe maar niet...! Toch zijn er alternatieven te bedenken die wel drinkbaar zijn. Appelazijn bijvoorbeeld. Meng appelazijn en water met elkaar in gelijke verhoudingen en je hebt een diep reinigende shampoo. Puur natuur en zeer effectief. Vooral mensen met roos, een jeukende hoofdhuid, haaruitval of schilfers op de hoofdhuid hebben er baat bij. Zo kun je ook de douchegel beter de deur uit zetten. Sterker nog, alles waar zeep in verwerkt is kun je beter vermijden, want zeep verwijdert de natuurlijke beschermende laag op je huid. Ook hier geldt dat er voldoende alternatieven zijn om je lichaam te reinigen.

Gebruik je een deodorant...? Waarschijnlijk wel, want je wilt fris ruiken onder de oksels. Ook een gemiddelde deodorant bevat zo'n 15 verschillende chemicaliën, waarvan een aantal bijwerkingen kunnen hebben als huidirritatie, irritatie aan de ogen en longen, hoofdpijn, duizeligheid en ademhalingsproblemen. Smeer tijdens het dagelijkse badkamerritueel eens wat kokosolie in je oksels...! Je zult merken dat je er veel minder door gaat transpireren en dus blijft de zaak ook fris. En dan hebben we nog de scheercrèmes, parfums, aftershaves, dagcrèmes, nachtcrèmes en bodylotions, om nog maar te zwijgen van de verschillende soorten make-up, gel of haarlak. Parfum is kampioen in chemicaliën, in bepaalde soorten zitten wel 250 (!) verschillende stofjes. Ze kunnen allerlei irritaties veroorzaken, maar ook de hormoonhuishouding beïnvloeden. Wanneer je dit alles hebt gelezen, besef je wellicht iets meer dan voorheen dat de oorzaak van allerlei vage klachten wellicht dichter bij is dan je denkt. Kortom, wees je bewust van wat je zoal op je huid smeert en wees zuinig op je lichaam. Je hebt er tenslotte maar eentje...!

11 jul. 2016 21:30:05 door Raimond Bos Uiterlijk

Er zijn vrouwen voor wie de aanwezigheid van borsthaar een belangrijk selectiecriterium is bij de partnerkeuze. Borsthaar wordt vaak als factor bestempeld die een man aantrekkelijker maakt. Het zou een man meer 'mannelijk' maken, wat dat dan ook precies moge zijn. Toch hebben lang niet alle mannen veel borsthaar. Hoe komt dat eigenlijk, en waarom hebben vrouwen geen borsthaar...?

Om met dat laatste te beginnen, vrouwen hebben niet voldoende testosteron in hun lichaam. Dit hormoon is verantwoordelijk voor de groei van borsthaar, maar ook voor het groeien van bijvoorbeeld een snor en baard. Testosteron wordt aangemaakt in de teelballen van de man. Vrouwen maken ook een geringe hoeveelheid van dit hormoon aan in de bijnierschors, maar dat is onvoldoende om de lichaamsbeharing te stimuleren. Toch zijn er wel plekken op het lichaam van de vrouw waar haargroei op gang komt, zoals in de schaamstreek en onder de oksels. Deze haargroei is te danken aan het weinige testosteron waarover de vrouw beschikt. Mannen zitten dus gewoon iets anders in elkaar en hebben daarom ook meer lichaamsbeharing. Niets vreemds overigens, want in de natuur zie je vaak dat mannelijke en vrouwelijke exemplaren van bepaalde soorten qua uiterlijk sterk van elkaar verschillen. Met name op het gebied van de haargroei is de leeuw een bekend voorbeeld, de mannetjes hebben een uitbundige manenkraag rond de hals, bij de vrouwtjes ontbreekt deze haargroei.

Niet elke man heeft even veel borsthaar. De hoeveelheid borsthaar is genetisch bepaald. Dat geldt overigens ook voor de baardgroei, die zwaar of minder zwaar kan zijn. Het is dus niet zo dat mannen met weinig borsthaar ook weinig testosteron in hun lichaam hebben. Aldus zegt de hoeveelheid borsthaar dus niets over de gezondheid van de man. Een veel voorkomend misverstand is de aanname dat een man met weinig borsthaar kennelijk een minder goede hormoonhuishouding heeft. Wanneer je dit laatste zou koppelen aan de gezondheid in het algemeen, zou dat dus betekenen dat een man met weinig borsthaar minder gezond zou zijn en dat is beslist onjuist. De aanwezigheid van veel borsthaar zegt hooguit iets over de gezondheid van de huid van de man. In haarfollikels zitten namelijk veel stamcellen en deze cellen zijn in staat zichzelf voortdurend te vernieuwen. Dit houdt in dat de huid sneller geneest na een verwonding en over het algemeen wat zachter, mooier en gezonder is. Dit zegt dus verder niets over de verdere gezondheid van de man in kwestie, maar alleen over zijn huid.

Een Amerikaanse psychiater heeft ooit gesteld dat mannen met meer borsthaar intelligenter zouden zijn. De redenatie die hij daarbij volgde is opmerkelijk en roept vraagtekens op. Hij constateerde dat 45% van alle mannelijke artsen in zijn omgeving veel borsthaar hadden. Vervolgens keek hij naar de 'gewone' bevolking en zag daar bij slechts 10% van alle mannen dezelfde mate van beharing. Kennelijk zijn mannen met veel borsthaar dus gemakkelijker in staat om arts te worden, zo redeneerde hij. Hij is maar de vraag welke waarde je wilt hechten aan dergelijke onderzoeksconclusies. Verder wordt vaak gesteld dat mannen met veel borsthaar ook in de schaamstreek doorgaans veel haar hebben. Zolang ze dat niet wegscheren, zou het een natuurlijke buffer vormen die het geslachtsorgaan van de man beschermt en daardoor zou een man een groter uithoudingsvermogen hebben in bed. Om die reden zijn er vrouwen die menen dat ze er goed aan doen een man te scoren met veel borsthaar, voor een betere sekservaring. Concrete wetenschappelijke bewijzen zijn hier niet voor.

21 mei 2016 10:25:24 door Raimond Bos Uiterlijk

In onze contreien hebben de mensen van nature een blanke huidskleur. Kom je wat zuidelijker in Europa, dan zie je daar mensen rondlopen met een iets donkerder getinte huid. In Afrika leven mensen met een zeer donkerbruine, zelfs bijna zwarte huidskleur en de Aziaten hebben een geelachtige huid. Hoe komt het dat overal ter wereld de mensen een andere kleur huid hebben...?

De kleur van onze huid wordt bepaald door de hoeveelheid pigment die in de huidcellen voorkomt. Melanine is de belangrijkste stof in de huidcellen die bepalend is voor de uiteindelijke kleur van onze huid. Hoe meer van deze stof aanwezig is in de huid, hoe donkerder de huid kleurt. De huidskleur is erfelijk bepaald, maar in de loop der eeuwen zijn de verschillen in huidskleur vermoedelijk ontstaan als aanpassing aan de omstandigheden. Meer concreet, er lijkt een rechtstreeks verband te zijn met de hoeveelheid ultraviolet (UV) licht waaraan we worden blootgesteld en de kleur van onze huid. In de landen rond de evenaar schijnt de zon uitbundig. In die landen zie je dan ook doorgaans de mensen met de donkerst getinte huid. Opvallend is dat bij deze mensen vaak de handpalmen en voetzolen minder donker getint zijn. Ook dit valt goed te verklaren op basis van de UV-theorie. Immers, de handpalmen en voetzolen komen bij de normale dagelijkse bezigheden niet of nauwelijks in aanraking met direct zonlicht. Er is dan ook weinig noodzaak om op die plekken een hoge bescherming te hebben tegen UV-stralen. Want dat is in feite wat het pigment in de huid regelt, de bescherming tegen ultraviolet licht.

Misschien heb je er nooit bewust bij stilgestaan, maar in landen waar de inwoners een getinte huid hebben, is de huid van vrouwen vaak iets lichter dan die van de mannen. De verklaring hiervoor kan worden gevonden in het feit dat vrouwen tijdens de zwangerschap en in de periode direct daarna meer calcium nodig hebben om aan het kind te kunnen geven. De opname van calcium in ons lichaam wordt gestimuleerd door vitamine D en deze vitamine kunnen we aanmaken wanneer we onze huid blootstellen aan zonlicht. Met andere woorden, vrouwen hebben in die levensfase wat meer zonlicht nodig en dus is het handig als niet al dat zonlicht geblokkeerd wordt door het pigment in de huid. Zo zijn ze goed in staat om voldoende vitamine D aan te maken en dus ook voldoende calcium aan te maken. Ook dit is een prachtig voorbeeld van de ingenieuze werking van de natuur. Wetenschappers gaan er overigens van uit dat emigratie van mensen naar andere delen op aarde ervoor gezorgd heeft dat de huidskleuren zich geleidelijk hebben gewijzigd. Ook de gele kleur die de huid van Aziaten lijkt te hebben wordt veroorzaakt door de samenstelling van het huidpigment.

17 mei 2016 10:20:55 door Raimond Bos Uiterlijk

Heb je last van een kalknagel...? Onychomycose, zoals deze aandoening officieel heet, is een relatief onschuldige, maar wel vervelende en ontsierende aandoening. Bovendien is een kalknagel besmettelijk. Niet alleen kan de schimmelvorming overslaan op je andere nagels, ook kun je er iemand anders mee besmetten, wanneer je bijvoorbeeld gebruik maakt van dezelfde badkamerfaciliteiten. Het is dus zaak om kalknagels op tijd aan te pakken. Hoe je dat moet doen, lees je hieronder.

Laten we beginnen met het ontstaan van een kalknagel. Een schimmel is daarvan dus de veroorzaker. Meestal zijn het de zogenoemde dermatofyten die de kalknagel veroorzaken. Dit is hetzelfde type schimmel dat ook voetschimmel veroorzaakt. Een schimmel voelt zich thuis in een warme, vochtige omgeving. Onze voeten bevinden zich een groot deel van de dag in onze schoenen en daar is het warm en vochtig, dus voor de schimmels een uitstekende plek om te overleven. Een schimmelinfectie ontstaat wanneer die schimmel de kans krijgt om de huid binnen te dringen. Dat kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer je een kleine wond aan je voet hebt of wanneer je een gescheurde nagel hebt. Dit verklaart ook meteen waarom zoveel ouderen last hebben van kalknagels. Op hogere leeftijd zijn de nagels minder elastisch, waardoor scheurtjes zich sneller voordoen. Wist je dat ongeveer de helft van alle mensen boven de zeventig jaar last heeft van kalknagels...? De kalknagel is overigens de meest voorkomende aandoening aan de nagels. Vaak denken mensen dat deze aandoening zich alleen bij de nagels van de tenen kan voordoen, maar niets is minder waar. Ook de nagels van onze handen zijn er vatbaar voor, al komt dat in de praktijk veel minder vaak voor. Mensen met een minder goede weerstand lopen een groter risico op het krijgen van kalknagels. De aandoening komt bijvoorbeeld vaak voor bij mensen met die lijden aan ziektes als diabetes en aids.

In de meeste gevallen zul je een kalknagel niet zo snel opmerken. Wanneer je het gaat zien, is de schimmel die verantwoordelijk is voor de aandoening meestal al een tijdje aanwezig. Na verloop van tijd begint de nagel te verkleuren, eerst ontstaat een geelachtige kleur en zonder behandeling kan die kleur uiteindelijk zelfs bruinachtig worden. De nagel begint ruw aan te voelen, vaak wordt dit door patiënten omschreven als een bobbelige structuur, waarbij de nagel ook gemakkelijk kan breken. Doe je er niets aan, dan loop je zelfs de kans dat de nagel geheel loslaat. Bij mensen die kalknagels aan de vingers hebben, worden soms blaasjes waargenomen aan de zijkant van de vingers en in de handpalmen. Deze blaasjes houden verband met de kalknagels en zijn dus een symptoom dat er iets niet in orde is. Bij drogist en apotheek zijn middelen te koop om kalknagels te behandelen. Het meest gangbaar is een stift, waarin een substantie zit die je op de aangetaste nagel smeert. Door dit enige tijd, conform de aanwijzingen op de verpakking, te herhalen, zal de kalknagel na verloop van tijd verdwijnen. Tegenwoordig worden ook laserbehandelingen aangeboden, waarbij de laserstraal de schimmel doodt, terwijl de nagel zelf niet wordt aangetast. Na deze behandeling moet echter alsnog een zalf worden gebruikt om nieuwe schimmelvorming tegen te gaan. Op doktersrecept zijn bovendien speciale medicijnen verkrijgbaar waarmee het mogelijk is om kalknagels te laten verdwijnen.

15 mei 2016 11:38:41 door Raimond Bos Uiterlijk

Overal ter wereld worden melanomen steeds vaker op de menselijke huid geconstateerd. Een melanoom is een gevaarlijke vorm van huidkanker, die echter niet voor grote problemen hoeft te zorgen wanneer deze tijdig wordt ontdekt en verwijderd. Het is daarom van belang dat we er goed toe in staat zijn een melanoom te herkennen, zodat we tijdig aan de bel kunnen trekken wanneer het mis is. En dat is vaker het geval dan je zou denken, want alleen al in Nederland wordt jaarlijks bijna drieduizend keer een melanoom ontdekt. Elke dag zijn er dus acht mensen bij wie een dergelijke kwaadaardige vorm van huidkanker aanwezig is.

Dat brengt ons meteen bij de vraag hoe het komt dat melanomen tegenwoordig steeds vaker voor lijken te komen. Een aanname is dat dit verband houdt met het feit dat we onze huid steeds vaker blootstellen aan zonlicht. We hebben meer vrije tijd dan vroeger en die tijd benutten we door vaker in de zon te gaan zitten en vaker op vakantie te gaan naar zonnige bestemmingen. Mogelijk zijn er ook nog andere oorzaken aan te wijzen, maar er zal nog veel onderzoek nodig zijn om daar zinnige dingen over te kunnen zeggen. Feit is wel dat met name bij mensen met een blanke huid, zoals wij in Nederland, een toename van het aantal melanomen wordt geconstateerd. Ze kunnen in principe op elke leeftijd ontstaan, maar er lijkt sprake te zijn van een piek tussen de dertig en zestig jaar. Het woord melanoom is ontleend aan de melanocyten, dat zijn de pigmentcellen in de huid. Wanneer die pigmentcellen niet gelijkmatig over de huid verdeeld zijn, maar allemaal op een kluitje liggen, dan spreken we van een moedervlek. Verandert zo'n groep pigmentcellen vervolgens in kankercellen, dan is er sprake van een melanoom. Dat kan dus in principe op elke willekeurige plek van de huid zijn, soms ook in een reeds bestaande moedervlek. Zit de vlek nog aan het oppervlak van de huid, dan is deze relatief gemakkelijk te verwijderen. Daarmee verwijder je dus de kankercellen geheel en is op dat moment het gevaar geweken. Wacht je te lang met het nemen van actie, dan bestaat de kans dat de cellen zijn ingegroeid in het lichaam. Ze kunnen dan lymfeklieren en andere organen aantasten, met alle gevolgen van dien.

Wanneer je de huid overmatig blootstelt aan zonlicht of andere ultraviolette (UV) stralingsbronnen (denk ook aan zonnebanken!) loop je een verhoogd risico op het ontwikkelen van een melanoom. Dit is ook meteen de enige beïnvloedbare factor die van toepassing is op de kans dat je een melanoom zult krijgen. Andere factoren die een rol spelen zijn een licht huidtype, een zekere mate van erfelijkheid, het hebben van veel gewone of onrustige moedervlekken en de aanwezigheid van grote aangeboren moedervlekken. Belangrijk bij dit alles is dat je leert een melanoom te herkennen, maar dat is nog niet zo eenvoudig. Er bestaan namelijk veel verschillende soorten melanomen, zelfs een transparante variant die vaak niet als zodanig wordt herkend en daardoor wellicht nog gevaarlijker is. Bovendien hebben we allemaal wel één of meerdere moedervlekken, zolang die niet veranderen is dat op zich geen reden om de huisarts te consulteren. Wordt een bestaande moedervlek echter opeens groter of ontstaat er een nieuwe moedervlek...? Dan zou dit best wel eens op de aanwezigheid van een melanoom kunnen duiden. Ook het ontstaan van een bruin-zwart of zwart bultje op de huid kan een indicatie zijn dat er iets mis is. Heb je opeens last van een aanhoudende jeuk of pijn...? Gaat een plekje op de huid bloeden, ontstaan er zweertjes of korstjes...? Is er sprake van een kleurverandering op een bepaald deel van de huid...? Dit alles is aanleiding om bezorgd te zijn en een arts te raadplegen. Het is beter om een keer te vaak aan de bel te trekken dan een keer te laat...! Houd er wel rekening mee dat dit alles voornamelijk van toepassing is op volwassenen. Bij kinderen is het normaal dat er nieuwe moedervlekken ontstaan die vervolgens groeien.

4 mei 2016 22:03:33 door Raimond Bos Uiterlijk

Een bij vrouwen veel voorkomend verschijnsel is de zogenoemde sinaasappelhuid, ofwel cellulite. Het is de benaming voor een onregelmatige huid, de onregelmatigheden worden veroorzaakt door verdikkingen in de vetcellen van de huid, in combinatie met ophoping van vocht en/of giftige stoffen die deels uit onze voeding afkomstig zijn. Vaak wordt ten onrechte het woord cellulitis gebruikt voor dit verschijnsel, maar dat woord heeft betrekking op een bacteriële aandoening, die niets met cullulite van doen heeft.

Wanneer zich in het onderhuidse bindweefsel een bacterie manifesteert, kan er een huidontsteking ontstaan die veel narigheid kan veroorzaken. De huid kan rood gaan kleuren en er kan sprake zijn van een zwelling, die veelal gepaard gaat met pijn en soms ook koorts. In veel gevallen is de stafylokokkenbacterie of de streptokokkenbacterie de boosdoener. In dat geval spreken wel van cellulitis, een aandoening die verwant is aan erysipelas, ook wel wondroos genoemd. Soms worden deze termen zelfs door elkaar gebruikt. Toch is er wel een verschil, want bij erysipelas wordt over het algemeen een infectie van de oppervlakkige huidlagen bedoeld en bij cellulitis spreken we van een infectie in de diepere huidlagen. Dat heeft niet in alle gevallen een rode huidskleur tot gevolg. Doordat de infectie zich diep in de huid manifesteert, zijn eenvoudige antibiotica vaak niet voldoende om de bacterie een halt toe te roepen.

Cellulite daarentegen is geen infectie, maar een cosmetisch probleem. Het is overigens een fabeltje dat cellulite wordt veroorzaakt door overgewicht. In principe kan iedereen ermee te maken krijgen, maar vrouwen hebben er veel meer last dan mannen. Dat heeft te maken met de samenstelling van de huid. De huid van de vrouw heeft een onderhuidse vetlaag die als een soort fundament dient voor de huidlaag die erop rust. Wanneer de structuur van de vetlaag verandert, vermoedelijk door een wijziging in de hormoonhuishouding, kan de huidlaag ruw en stug worden. Verschillende zaken, zoals een slechte bloedcirculatie, het drinken van alcohol en het eten van voedsel met geraffineerde suikers of cafeïne, worden in verband gebracht met het ontstaan van cellulite. Wanneer iemand onvoldoende lichaamsbeweging heeft, kan dit ook bijdragen aan de vorming van cellulite. Bovendien wordt verondersteld dat erfelijkheid ook een rol speelt.

Er is geen medicijn tegen cellulite beschikbaar. Toch zijn er wel manieren om de huid weer wat strakker te krijgen. Regelmatig sporten is sowieso al aan te bevelen, maar kan in dit geval, door middel van specifieke bewegingsoefeningen voor de benen en billen, wel worden bestreden. Het aanpassen van het voedingspatroon kan in dit geval ook soelaas bieden, want door de juiste voedingsmiddelen te kiezen voorkom je dat giftige en dus ongewenste stoffen in het lichaam komen. Belangrijk is ook om dagelijks twee liter water te drinken en de zogenoemde 'snelle koolhydraten' te vermijden. Tenslotte zijn er ook nog massages die cellulite kunnen verminderen. Dat zijn tamelijk intensieve, heftige massages, die tot doel hebben om de bloedcirculatie te verhogen en daarmee de zuurstoftoevoer te verbeteren. Het resultaat kan positief uitvallen, maar garanties op het verdwijnen van cellulite zijn er zeker niet.

11 apr. 2016 13:35:56 door Raimond Bos Uiterlijk

Tijdens de overgang van de winter naar de lente is het goed om even stil te staan bij de kwaliteit van je huid. Gedurende de wintermaanden heeft je lichaam alle zeilen moeten bijzetten om je huid een beetje in conditie te houden, maar desondanks kan wat extra zorg rond deze tijd van het jaar daarom geen kwaad. Je huid is de afgelopen maanden wat droger en meer kwetsbaar geworden. Neem afscheid van je winterhuid en treed het voorjaar met een stralende, gezonde huid tegemoet...!

De lage temperaturen in de wintermaanden doen je huid over het algemeen geen goed. Daar komt nog bij dat de temperatuur binnenshuis vaak wat verder wordt opgestookt, terwijl we meestal vergeten om de luchtvochtigheid goed te regelen. Je verblijft dus in de winter vaak in een te droge omgeving en daardoor kan onze huid ook snel uitdrogen. Mogelijk heb je last van een schilferende huid of zie je hier en daar fijne lijntjes in de huid ontstaan. Een oppervlakkige peeling kan in dat geval uitkomst bieden. Daarmee zorg je ervoor dat het proces van celvernieuwing wordt gestimuleerd en dat vocht door de huid beter wordt vastgehouden. Bovendien is je huid na een peeling ook weer beter in staat om indringers van buitenaf tegen te houden. Soms kiezen mensen ervoor om een laserbehandeling te ondergaan, bedoeld om de rode haarvaatjes, die door de temperatuurwisselingen zijn ontstaan, uit de huid te laten verwijderen. Dergelijke cosmetische ingrepen zijn natuurlijk niet nodig om de huid gezond te houden, maar kunnen uit persoonlijke overweging worden toegepast.

Pas goed op voor de voorjaarszon. In de afgelopen maanden heeft de zon niet uitbundig geschenen en je huid is dus niet meer gewend aan veel zonlicht. Toch kan de zon ook in het voorjaar al best fel schijnen en is ook de hoeveelheid UV-stralen in het zonlicht al best groot. Als je niet voldoende voorzorgsmaatregelen neemt, kan de huid ook in het voorjaar al gemakkelijk verbranden. Zorg dus voor voldoende bescherming, door voor normaal dagelijks gebruik een dagcrème met SPF (Sun Protection Factor) te kiezen. Ga je echt zonnebaden, neem dan uiteraard een zonnebrandcrème. In beide gevallen geldt dat het verstandig is om informatie over de werking van het product in te winnen, daarmee voorkom je dat je wellicht onvoldoende beschermd bent en alsnog thuis komt met een verbrande huid. Daarnaast is het raadzaam om weer eens kritisch naar je voedingspatroon te kijken. Veel huidproblemen worden veroorzaakt door slechte voeding en zeker na de winter is een reinigingsbeurt van binnenuit, bijvoorbeeld door een zogenoemde detox kuur, aan te bevelen.

19 mrt. 2016 11:30:18 door Raimond Bos Uiterlijk
Van hoog naar laag sorteren

Artikelen 1 tot 10 van 23 in totaal

  1. 1
  2. 2
  3. 3