In onze Nederlandse samenleving is het de bedoeling dat iedereen werkt. Mensen die werk weigeren, hoeven tegenwoordig niet te rekenen op een uitkering. Wanneer ze een uitkering krijgen, hebben ze een sollicitatieplicht, zodat ze op korte termijn weer aan de slag kunnen gaan. Ook moeten we steeds langer doorwerken. De pensioengerechtigde leeftijd is verhoogd, zodat het werkende deel der natie voldoende geld bijeen brengt om de extra uitkeringskosten door de vergrijzing te kunnen opvangen. Bij dit alles is de vraag gerechtvaardigd of werken eigenlijk wel zo gezond is.

Werken houdt je veelal in beweging en is dus in dat opzicht goed voor de mens. Ook geeft werken in de meeste gevallen een bepaalde mate van voldoening of trots en ook daar vaart onze gezondheid wel bij. Het bezorgt ons een bepaalde status, omdat we ergens in uitblinken. Ons geestelijk welbehagen heeft baat bij een baan die ons voldoening geeft. Maar werken kan ook een sleur worden, tot stress leiden en bij slechte arbeidsomstandigheden kan er ook sprake zijn van lichamelijke problemen. Kortom, het hebben van een baan is absoluut geen garantie voor een betere gezondheid. Weliswaar is het aantal zieken onder de werklozen hoger dan onder de werkende medemens, maar dat valt ook te verklaren door het feit dat mensen die vaak of chronisch ziek zijn, meestal meer moeite hebben om een baan te vinden. In dat geval zijn oorzaak en gevolg dus precies andersom. Dat geeft een vertekend beeld bij onderzoeken naar de vraag of het hebben van een baan bijdraagt aan de gezondheid van mensen. Het hangt er bovendien ook nog vanaf hoeveel uren iemand werkt, want iemand die meer dan veertig uur per week op zijn werk doorbrengt, is niet per definitie productiever dan iemand die veertig uur als maximum hanteert. Het is de kunst om efficiënt te werken, zodat je op de juiste momenten piekt en daardoor meer gedaan krijgt in dezelfde hoeveelheid tijd.

Natuurlijk geldt dat laatste niet voor elke baan, want het type werk staat dat niet altijd toe. Het is daarom interessant om ook eens te kijken naar wat nu eigenlijk de meest gezonde beroepen zijn. Uiteraard is ook hiernaar onderzoek gedaan. Met stip op de eerste plaats staat de fitness instructeur. Bij dit type werk beweeg je veel, heb je meestal een flexibel werkschema en kom je veel in contact met andere mensen op een positieve manier. Dat zorgt over het algemeen voor veel werkplezier en een goede gezondheid. Je zou het misschien niet zo snel verwachten, maar ook een ontwikkelaar van software heeft in principe een zeer gezonde baan. Belangrijk is dan wel dat men in dienst is bij een bedrijf waar niet wordt gekeken naar het aantal uren dat iemand aanwezig is, maar naar het werk dat wordt afgeleverd. Een verzekeringsadviseur komt ook positief naar voren in het onderzoek, omdat dit beroep weinig fysieke kracht vergt, evenals de fitness instructeur gepaard gaat met veel contacten met klanten en er weinig sprake is van stress. Werk je als bloemist, dan heb je ook een gezonde baan, want de hele dag tussen de bloemen en planten staan, werkt stressverlagend. Uiteraard zijn er ook banen die niet zo goed zijn voor je gezondheid. Een brandweerman bijvoorbeeld, staat bloot aan veel stress. Bovendien is de kans op verwondingen en ziekte in deze branche groter. Andere negatieve uitschieters zijn de bouw (zwaar werk), de advocatuur (stress) en mensen die in nachtdiensten werken, bijvoorbeeld in de verpleging.