Het bericht dat het bekende schildkliermedicijn Thirax gedurende langere tijd niet leverbaar zou zijn in verband met een verhuizing van de producent, werd vorig jaar breed uitgemeten in de pers. Patiënten spraken schande van de ontstane situatie en verenigden zich om de fabrikant ter verantwoording te kunnen roepen. Het incident blijkt echter bepaald niet op zichzelf te staan. Steeds vaker komt het voor dat medicijnen slecht of helemaal niet leverbaar zijn. De apothekers maken zich grote zorgen om deze ontwikkeling.
Zolang we gezond blijven, is er niets aan de hand. Mankeren we iets, dat door middel van medicijnen moet worden verholpen, dan zijn we overgeleverd aan de commercie. De vraag is natuurlijk in hoeverre dat een prettig vooruitzicht is. Er wordt immers verdiend aan onze gezondheid en een farmaceutisch bedrijf heeft uiteindelijk, zoals elke onderneming, gewoon de missie om veel winst te maken. De belangen van de patiënten kunnen daarbij al snel in gevaar komen, zo blijkt uit de praktijk. In 2015 waren maar liefst 625 verschillende medicijnen niet of slecht leverbaar. Tot deze groep behoorde ook Tamoxifen, dat voorgeschreven wordt bij borstkanker. Een veel gebruikt middel tegen zware depressies lag ook niet meer in de schappen van de apothekers. En zo gebeurt het steeds vaker dat de apothekers 'nee' moeten verkopen aan de patiënt en op zoek moeten gaan naar een alternatief medicijn. Da vergt niet alleen de nodige extra flexibiliteit, het kost ook veel extra tijd.
In 2004 lag het aantal medicijnen dat tijdelijk niet op voorraad was, nog onder de honderd. De KNMP, de brancheorganisatie van apothekers in Nederland, heeft er bij de overheid en bij zorgverzekeraars inmiddels op aangedrongen om maatregelen te nemen, want deze organisatie ziet het probleem steeds groter worden en daardoor ontstaat onrust bij de patiënten. Zeker wanneer iemand al ziek is, is een dergelijke onrust niet goed voor iemand, het kan zelfs van invloed zijn op het verdere verloop van het ziektebeeld. De apothekers konden bijvoorbeeld vorig jaar aan borstkankerpatiënten het middel Tamoxifen slechts in een gelimiteerde hoeveelheid meegeven, net voldoende voor een maand. Daarover werden toen al veel vragen gesteld. Volgens de KNMP ligt de oorzaak van het probleem bij de Nederlandse regelgeving voor het prijsbeleid van medicijnen. De lage prijzen en de geringe afnames zorgen ervoor dat Nederland voor de farmaceutische industrie minder interessant is.